Wartaal
Lezen en schrijven, ik heb weinig anders gedaan in mijn jeugd. Spelen met taal is al mijn hele leven mijn grootste hobby. Sinds kort heb ik eindelijk de stap durven te nemen om er mijn werk van te maken. Voor wie het nog niet wist, ik ben officieel freelance redacteur.
Er is een foto van mij als mini kind, ik kon nog geen regel lezen, maar ik zit in een klapstoel met een boek op schoot en ben alle buurtkinderen aan het ‘voorlezen’. Vraag niet wat ik daadwerkelijk voorlas, maar het was blijkbaar vermakelijk genoeg om te blijven zitten. Toen ik wel echt kon lezen, ging ik elke woensdag naar de bieb en haalde ik het maximum van vijf boeken. Thuis kroop ik in een hoekje om ze allemaal uit te lezen, zodat ik woensdag weer naar de bieb kon voor vijf nieuwe boeken. Ik had op de basisschool al zoveel gelezen, dat ik tijdens leesles (met die boekjes met die klavertjes) mijn eigen klasgenoten leesles mocht geven. Kon de meester even een uurtje achterover leunen. Misschien moet ik ooit nog eens voorleesjuf worden.
Als ik op had geschreven welke boeken ik allemaal heb gelezen, dan kan je daar weer een heel boek over schrijven. Iets wat ik trouwens ooit wil gaan doen, maar dan een boek voor tienermeiden. Een droom voor later.
Waarom ik dit met jullie deel? Ik kwam online een gedicht tegen over taal. En omdat ik zelf zo enthousiast word van alle geheimen en verrassingen van taal, wil ik dit even met jullie delen. Deze vrijdag dus geen hysterische tirade over hummus of een wijze levensles, maar gewoon wat taalvermaak. Het heet ‘Taal der talen’ van Charivarius.
Het meervoud van slot is sloten
Maar toch is het meervoud van pot, geen poten
Evenzo zegt men; een vat twee vaten
Maar zal men niet zeggen: een kat twee katen
Wie gisteren ging vliegen, zegt heden ik vloog.
Dus zeggen ze misschien ook van wiegen ik woog.
Neen mis! want ik woog is afkomstig van wegen.
Maar is nu ik “voog”, een vervoeging van vegen.
En van het woord zoeken vervoegt men ik zocht
En dus hoort bij vloeken, misschien wel ik vlocht
Alweer mis! want dit is afkomstig van vlechten
Maar ik hocht is geen juiste vervoeging van hechten
Bij roepen hoort riep, bij snoepen geen sniep
Bij lopen hoort liep, maar bij slopen geen sliep
Want dit is afkomstig van het schone woord slapen
Maar zeg nu weer niet, ik riep bij het woord rapen.
Want dat komt van roepen, en u ziet terstond
Zo draaien wij vrolijk in een kringetje rond
Van raden komt ried, maar van baden geen bied
Dat komt van bieden, (ik hoop dat u ’t ziet)
Ook komt hiervan bood, maar van wieden geen wood.
U ziet de verwarring is akelig groot
Nog talloos veel voorbeelden kan ik u geven
Want gaf hoort bij geven, maar laf niet bij leven
Men spreekt van wij drinken, wij hebben gedronken
Maar niet van wij hinken, wij hebben gehonken
Het volgende geval, dat is bijna te bont
Bij slaan hoort, ik sloeg, niet ik sling of ik slond
Bij staan niet ik stong ik sting maar ik stond
Bij gaan hoort ik ging, en niet ik goeg of ik gond
Een mannetjeskat, noemt men meestal een kater
Hoe noemt men een mannetjesrat, soms een rater
zo heeft het Nederlands verschillende kwalen
Nietemin is en blijft het, De Taal der Talen
Knap
Super leuk om te lezen, wat ik net las,
Vief je talent eeer bewezen, of is het bewas ???
Super leuk stuk Viefde van m’n leven!
Dank Noedeloe! <3
Ontzettend leuk stuk knsp hoor
Dankje! Gedicht helaas niet van mijzelf 😉
Maar van wie is het dan wel? Waar op internet heb je het gevonden?
Is het vrij van rechten?