Tussen Party en Poepluier
Plots was daar afgelopen week het besef. Zou ik volwassen geworden zijn zonder dat ik het doorhad? Een eigen auto, een vaste baan, de eerste vriendin met een baby en een beginnende loopgraaf in mijn voorhoofd. Tekenen die mij de stuipen op het lijf jagen. Die het gevreesde kamp ‘volwassenheid’ beangstigend dicht in de buurt laten komen. Is het tijd om me over te geven aan de grotemensenwereld, of zijn het slechts schijnindicatoren?
Het besef werd nog groter afgelopen weekend toen ik belandde op een feest in het huis waar ik de eerste drie jaar van mijn studententijd doorbracht. Ik voelde me plots bejaard. Met elf gekken woonde ik in het schone Tilburg, in een minder schone (lees ranzige) zwijnenstal die wij zelf prima leefbaar achtten, genaamd ‘De Vijftiende Hemel’. Hoewel ik mijn vuile vaat en lege bierkratten lang geleden achtergelaten heb (grote kans dat deze nog ergens staan te beschimmelen in een hoekje), wordt de naam ‘van Diepenbeek’ in ere gehouden door mijn zusje, die dezelfde hemelse ellende meemaakt, met het bijbehorende legendarische jaarlijkse huisfeest.
En daar sta ik dan. Op het huisfeest. Samen met mijn oud huisgenoten het leeftijdsgemiddelde van 19 op te krikken. Verkleed en wel. In een blauwe, onflatteuze, veel te grote overal van mijn vader verkondig ik automonteur te zijn tegen meisjes die gekleed zijn in sexy poezen-, konijnen- en armypakjes. ‘Meer bier’, beveel ik de jongens achter de zelfgebouwde bar van bierkratten. De volwassen gêne voorbij sta ik een uur later te sjoelen met bevroren rösti’s over de spekgladde tegelvloer terwijl ik een pannenconcert geef uit de maat van de laatste après-ski hits. Tot onvolwassen overmaat van ramp laat ik het brandalarm afgaan door onverantwoord gebruik van de frituurpan terwijl ik de laatste slok baco (!) in m’n keel laat glijden. Wat nou volwassen?
Iets minder enthousiast over het debacle ben ik op zondagochtend om 09:30 als de wekker gaat. Met een bonkende kop en een gortdroge mond wrijf ik mijn aan elkaar geplakte wimpers los. Lenzen nog in en make up op plekken waar ik het niet gesmeerd heb. Het pijnlijke besef komt dat er een babybezoek op de planning staat op het onmenselijke tijdstip van 11:00 uur. Een stevig ontbijt van twee paracetamols (oké, en een frikandelbroodje) moeten mij er doorheen slepen. Het contrast kan niet groter als ik niet veel later met een te hoge, kinderachtige stem tegen baby S. verkondig hoe lief en knap ze wel niet is. En het nog meen ook.
Dacht ik vorige week te beseffen dat ik de grote mensenwereld was binnengeslopen… Werd ik zondag even haarfijn met mijn neus in de beschuit met muizen gedrukt dat het babytijdperk voor mij nog mijlenver weg is. Voorlopig pendel ik nog even lekker tussen party en af en toe een poepluier. Ik ben immers zelf af en toe nog een klein kind.
Kleine stapjes Wies, het is een overgangsfase, heniet er maar van om van twee walletjes te eten
Geweldig, Wies, wat een heerlijk smeuïge verhalen schrijf je toch!
Ik zie het zo voor me en inderdaad de ranzigheid in de 15e hemel is nog steeds op niveau. …