Paniekaanvallen
Het spel begint. Gedachten schieten door mijn hoofd. Sneller en sneller. Als een hysterische wesp gevangen in een potje. Gegijzeld in de illusie te kunnen ontsnappen. Mijn lijf niet meer onder controle. Ha! Denkt mijn ongewenste vriend die de spelregels heeft verzonnen. Ontsnappen is geen optie. Het zweet breekt me uit. Mijn hart gaat tekeer als een idioot. Klamme handen. Hoe warm ik het ook heb, de dekens trek ik steeds verder over mijn hoofd. Ik durf niet meer te bewegen. Paniek.
Ja, ook rond mij cirkelt soms een donker randje. Sinds een jaar of twee duikt er ’s nachts regelmatig een etterbak op om even een potje paniek te spelen. De angst slaat toe. Een tijd lang voel ik me vanbinnen die hysterische wesp in het potje die nergens heen kan. Bewegen doe ik niet. De schoft die paniek zaait is de spelleider en ik de speelbal. Ik snap in ieder geval geen hol van de spelregels. En dat voor een spellenliefhebber.
Paniekaanvallen dus. ’s Nachts komen ze opzetten als ik lig te piekeren. Mijn gedachten gaan als een achtbaan in een neerwaartse kurkentrekker totdat ik zéker weet dat er geen grotere mislukking dan ikzelf op aard bestaat. Dat ik er een bende van maak, niks waard ben of niks kan. Ik heb lang getwijfeld of ik dit wel wilde delen. Minstens een half jaar. Iets met toch wel erg persoonlijk, enzo. Schaamte misschien. Kwetsbaar opstellen. Maar hé, het leven gaat niet altijd over grappen, Instagram feeds of rozen. VIESWIEF ook niet trouwens. Dus als je jezelf blootgeeft, dan ook maar helemaal. Ook het leven buiten Instagram.
Want hoe meer ik erover praat met mijn omgeving, hoe vaker ik erachter kom dat ik niet de enige ben die een warrior battle moet voeren tegen paniekaanvallen. Heeft het te maken met onze generatie? Te veel perfectie op social media? Kunnen we niet opboksen tegen vriendinnen als Brannan, Valencia en X-Pro II? Zijn het de likes (of het gebrek daaraan?). Is het prestatiedrang? Is het keuzestress? Een ding weet ik wel… normaal is het niet.
Inmiddels, na twee jaar, heb ik de regie eindelijk weer terug. Zo goed als dan. Want soms, zoals afgelopen week, komt het rotjoch weer even doodleuk onder het bed vandaan voor een ouderwets potje panikeren. Gelukkig ben ik een spelletjesmens. Ik ga door totdat ik de regels snap. Of ze kan veranderen. En op zijn minst een kans heb om te winnen.
De laatste ronde is ingegaan, en als het zo doorgaat lijkt de winst binnen handbereik.
Super dat je zo openhartig bent.
Het uitspreken, er lucht aan geven, het delen met andere kan al zo veel opluchting geven.
Het ontdekken dat je de enige niet bent, kan ook al helpen.
Paniek is een doorgeslagen kwaliteit, te veel van het goede. Eenmaal de deksel van het potje, geeft de wesp vrijheid.