K(n)uddegedrag
Momenteel lig ik op het strand van Ibiza ontzettend mijn best te doen loei- en loeibruin te worden. Op ditzelfde strand valt me iets op, iets wat mij steeds vaker opvalt. Het Nederlandse kuddegedrag. De drang naar een leiderfiguur, iemand om te volgen. Of misschien eerder iemand om achter te verschuilen. En dan bedoel ik niet bij cruciale of levensbedreigende situaties, maar een leider bij de kleinste, meest onbenullige dingen.
Zo kwam er net een dame het strand op, die rustig begon met het uitstallen van allerlei zomerse, fladderjurkjes. Ze fungeerde zelf als paspop en trok een voor een alles aan wat ze op haar kleed had liggen en flaneerde ermee langs de kust. Stuk voor stuk stond het prachtig, alhoewel ik denk dat haar super slanke en gebronsde lichaam daar een grote rol in speelde. Alle vrouwen keken met hongerige ogen naar de lapjes wapperende stof, want je bent op Ibiza en daar ontpopt zelfs bij de stijfste zakenvrouw de innerlijke Danie Bles. Echt álle vrouwen keken. Niet alleen naar de kleding, maar vooral ook om zich heen. Want wat nu? Je kan toch niet als eerste op gaan staan, stel je voor. Op het moment dat de jurkjes alweer bijna ingepakt werden, staat opeens iemand op. Met stevige stappen loopt ze naar het kleed, kiest een jurkje, geeft geld en loopt met een tevreden blik terug naar haar bedje. En dan gaat het los. Nog geen vijf minuten later staat het halve strand tussen de pailletten, ruches en kanten flodders te graaien. ‘Oh, Riet, die moet je écht doen, staat je énig!’ ‘Tinie, kom! Deze is echt wat voor jou!’ ‘Oooh, ik neem ze állemaal!’ Of ze het dragen en het ze staat is een tweede, maar de gebronsde dame gaat met een leeg kleed naar huis.
Wat is dat toch? Waarom gaan we in dit soort onbenullige situaties altijd wachten op iemand die het voortouw neemt? We maken ons er allemaal wel eens schuldig aan. Het is namelijk niet alleen op het strand van Ibiza. Kijk maar eens naar de zittende mensen rond een dansvloer. Allemaal willen ze niets liever dan dansen. De voeten gaan los op het ritme en het hoofd knikt enthousiast mee, maar de billen blijven stevig in de stoel. Totdat één stel (vaak verliefd, of dronken, of allebei) de dansvloer op huppelt. Nog geen tien minuten later staat de hele dansvloer vol.
Ook bij optredens of presentaties komt het voor. Want wie moet er beginnen met die, zo gegunde, staande ovatie? Er is altijd een iemand die de eerste paar seconden helemaal alleen boven de rest uitsteekt. Maar ook hierbij geldt, de rest volgt. Kuddegedrag dus.
Misschien komt het van vroeger, is het een soort jagers en verzamelaars instinct. Dat het vroeger fijn was als die wilde bes even werd voorgeproefd door de sukkel van de stam. En als ‘ie dan niet dood neerviel, kon het hele volk gerust de bessenstruik leegvreten. Maar de tijden dat we van wilde bessen moeten leven zijn voorbij. En misschien was die bessenproever wel helemaal niet zo’n sukkel als ze dachten, maar juist de enige met lef.
Waarom zijn we zo bang om iets als eerste te doen? Zijn we bang om afgewezen of uitgelachen te worden? Wat weerhoudt ons ervan om gewoon direct te reageren, zoals we willen reageren. Want stiekem delen we in dat soort situaties vaak dezelfde behoefte en toch zijn we oh zó blij als iemand het voortouw neemt. ‘Jeej, nu kan ik ook!’ Waarom dan toch wachten op die ene persoon met lef en die sterkere wil? En als die ene persoon dan onverhoopt toch de enige blijkt te zijn, en er gelachen en gewezen wordt, leunen we opgelucht achterover in onze veilige stoel. ‘Pfieuw, gelukkig was ik het niet.’
Laten we afspreken dat we allemaal minstens één keer in ons leven die bessenproever zijn. Gewoon om eens te ervaren dat de wereld niet vergaat als je iets als eerste durft, dat het juist heel krachtig kan voelen.
Dus pluk die wilde bes (wel op heuphoogte, anders zit er hondenpis op), ga als eerste die dansvloer op, geef als eerste die staande ovatie en je zult zien dat de rest zal volgen. Want uiteindelijk zijn we allemaal kuddedieren.
I LIKE THIS VIEFKIND. Heel leuk geschreven!
Alweer zo’n herkenbaar onderwerp met een dosis humor geschreven. Zet aan tot nadenken.
Ikzelf vind het altijd lastig een stukje koek oid van een schaaltje te pakken, zonder te vragen.
Dan ga ik ook om me heen kijken of het heel snel pakken in de hoop dat niemand het heeft gezien en dan moet ik het nog in mijn mond zien te stoppen.
Pfff ook op mijn leeftijd nog steeds veel te leren.
Hahahahaha. Dit was mijn comment.