De Import-Amsterdammer
Ik ben een rasechte Import-Amsterdammer. Vier jofele jaren staan er op de teller voor deze provinciaal uit het Zuiden. Hoewel ik mij meer dan thuis voel in onze hoofdstad, zal ik nooit als echte Mokumer door het leven gaan. Waarom? Dat lees je hier.
- Accent
Mijn zachte G heb ik prima weg weten te moffelen in mijn jaren boven de rivieren, maar de vriendelijke vriend zal nooit echt uit m’n vocabulaire verdwijnen. Begeef ik mij onder mede-zuiderlingen, dan strooi ik de G’s rijkelijk in de rondte. Hetzelfde verschijnsel speelt op bij slaaptekort of alcoholconsumptie. Hoewel ik zeer bevlogen ben in accent-reconstructie (trots ben ik op mijn nep-Duits accent), komt het Amsterdams nog niet zo vloeiend over de tong rollen. Wellicht komt dit met de jaren, maar tot die tijd doe ik het met mijn best mogelijk aangeleerde ABN.
- Coördinatie
Coördineren kun je leren, behalve als je Wies heet. De weg vinden in 020 blijft een belangrijk aandachtspuntje binnen mijn jaarlijkse A’dam-evaluatie en is een terugkerend punt in mijn persoonlijk ontwikkelingsplan (vraag Vief om referenties). Nu betwijfel ik of mijn teleurstellende richtingsgevoel te wijten is aan de stad Amsterdam, maar de complexiteit van het wegennetwerk hier (“alles lijkt zo op elkaar”) maakt het er niet makkelijker op. Ik sta bekend om mijn innige haat-liefdeverhouding met Google Maps. Als ik de vriendelijke stem van het Maps-meisje die mij de weg wijst niet had gehad, betwijfel ik of ik überhaupt nog zou leven.
- Verkeer
Aansluitend op mijn gebrek aan coördinatie, is er ook nog zoiets als de romance tussen de tramrails en mijn fietswiel. Deze wordt zo nu en dan beantwoord wanneer mijn band weer eens in die strakke gleuf glijdt. Gelukkig heb ik de hengstigheid van mijn stalen ros na 4 jaar wel weten te temmen, waardoor de rails (bijna) nooit meer een verleiding vormt voor mijn fiets. De zwermen toeristen op rode MacBikes die een onbestrijdbare plaag vormen in de binnenstad laat ik maar even buiten beschouwing. Daar zal ik nooit aan wennen, en misschien zelfs een rasechte Amsterdammer ook niet.
- Mentaliteit
Van de keiharde mentaliteit van Amsterdammers moest ik even slikken. Ik als naïef zachtgekookt (spreek uit met zachte G) ei schrok van de manier waarop ik uitgescholden werd als ik weer eens liep te klooien in het verkeer (zie punt 2 en 3). Toch ben ik van het directe gaan houden. Ik kan er zelf namelijk een hoop van leren, en als je even door die muur breekt, kan je er alleen maar van houden. Daarnaast blijkt mijn bourgondische levensstijl prima na te leven in het bruisende Amsterdam.
Kortom, een echte echte Mokumer zal ik nooit worden. Elke relatie is geven en nemen, en uiteindelijk ontstaat er zo een eenheid tussen twee zielen. Mijn Brabantse/Limburgse ziel heeft zich gewurmd tussen de Amsterdamse, en dat maakt mij een trotse Rasechte Import-Amsterdammer.
Bewaren
Bewaren
Hahahah de innige relatie tussen jouw fietswiel en de tramrails heb ik in levenden lijve mogen aanschouwen!
Het schaamrood staat nog steeds op mijn kaken. Wat gênant was dat…