De andere rechts
“En over 500 meter slaan we rechtsaf” blaft de examinator in mijn oor op een dinsdagmiddag in 2010. Met een kraaienstem, articulerend alsof ik een imbeciel ben. Oké Wies, focus, hoor ik mezelf denken. Binnenspiegel, buitenspiegel, over de schouder, knipperlicht aan, terugschakelen, indraaien…. Voilà. Met een zelfvoldane blik kijk ik het kreng aan op de bijrijdersstoel. In your face, denk ik. Ik own dit examen gewoon. Het vierde. Dat dan weer wel.
Toch heb ik zo mijn twijfels bij de keuze van hare examinator. Een drassige modderweg door een weiland waar ik, zover ik mij kan heugen, slechts tractors, ruiters en wandelaars heb zien paraderen. Ergens hoor ik een verveelde zucht. “Wies, je sloeg af na 50 meter, in plaats van 500”. Mijn inschattingsvermogen is nooit om over naar huis te schrijven geweest, maar hopelijk zag ze deze door de vingers. “En daarnaast”, zucht ze verder. “Had je de andere rechts moeten hebben. Dit is links, en nu zitten we de komende twee kilometer vast aan dit modderpad, want omdraaien kan hier niet echt”. Oeps.
Zenuwen, zou je denken. Helaas. Dit gebrek aan coördinatie, inzicht en kennis over zowel links als rechts is dagelijkse kost voor mij. Links en rechts zijn als een identieke eeneiige tweeling die dezelfde kleding draagt, waarvan je altijd maar moet gokken wie wie is. Soms zijn ze gewisseld van plek in de klas, en sta je als leraar weer voor lul als je de verkeerde de beurt geeft. Die leraar, dat ben ik. Als ik weer eens ongecontroleerd de verkeerde rechts neem omdat de twee draken van plaats verwisseld zijn in mijn hoofd, bijvoorbeeld.
Hoe vaak intellectuele links-rechts-geleerden wel niet met zogenaamde superhandige ezelsbruggetjes komen: “Vorm dan een L met je duimen, dan zie je het vanzelf”, “Links is waar de duim rechts zit”. “Neem de hand waarmee je schrijft als maatstaf”. Leuk en aardig allemaal, maar in the heat of the moment op de fiets kun je nou eenmaal niet een halve minuut stil gaan staan om even naar je L-vormige handen te kijken welke kant je op moet. Dus komt het bij mij neer op een wilde gok, met een sporadische valpartij tot gevolg als ik weer eens frontaal tegen het stuur van de ander fiets. Gelukkig doet het verder niets af aan de rest van mijn intelligentie. 20% van de bevolking lijdt namelijk aan dezelfde handicap. Schrale troost!
Maar ach, hoe erg is het nou eigenlijk? Vier keer de andere rechts nemen brengt je uiteindelijk weer op het juiste pad naar je bestemming. Ook in de rest van je leven kan dat omweggetje juist voor verrijking zorgen. Het uitzicht over die weilanden had ik mijn examinator echt niet willen onthouden namelijk, en hee… Ondanks die verkeerde rechts heb ik het gewoon gehaald hoor, die vierde keer.
Super leuk Wies, links of rechtsom, je hebt je papiertje en nu je rode vierwieler, waarmee je zelf je koers bepaalt!
Soepele tekst moeders. Misschien moet je maar een keer een gastblog schrijven 🙂
Leuk Viehf! ?
Super leuk geschreven Wies!! Komt me bekend voor die wilde gok in the heat of the moment..?
Van wie zou je dat nou hebben??
Herkenbaar….